dinsdag 14 oktober 2014

Lobbyende professoren, ziet de Volkskrant de nuance nog wel?


De Volkskrant begon op 9 oktober op de voorpagina met een artikel over biobrandstoffen en voegde er verderop in de krant nog een artikel over energie uit biomassa aan toe. De artikelen wekken de indruk dat je slechts tegenwerkende milieuorganisaties, aarzelende politiek, wegvluchtende bedrijven en lobbyende kennisinstellingen hebt in de Nederlandse biobased economy. In het artikel worden slechts de lobbyende professoren aangehaald. Ik heb me verbaasd dat op social media, zoals Twitter, wel het artikel wordt gedeeld, maar weinig inhoudelijk commentaar is geleverd. Leeft het onderwerp bioenergie niet meer, is er geen behoefte meer aan nuance, omdat aan een professor wordt gerefereerd, of durft men niet te reageren omdat de milieubeweging al zo hard wordt aangevallen? Ook in de Volkskrantrubriek Opinie & Debat heb ik nog geen commentaar gezien. Mijn commentaar zal er niet worden gepubliceerd, omdat “we (Volkskrantredactie) dagelijks talrijke bijdragen ontvangen, zijn we niet in staat om in elk geval onze beslissing inhoudelijk toe te lichten”. Daarom hierbij mijn commentaar voor de liefhebbers.

Het verhaal over inzet van biomassa is complex, omdat het veel raakvlakken heeft met andere maatschappelijk relevante onderwerpen die ook in beweging zijn. Het verhaal in de Volkskrant is eenzijdig en pretendeert het brede speelveld van biobrandstoffen te bespreken, maar mist essentiële argumenten en doet geen recht aan de vele organisaties die in dit speelveld actief zijn. Ondernemers die gewoon doorzetten in de Nederlandse biobased economy, zoals ik, zijn niet gebaat bij dit soort opinievorming.

Het artikel op de voorpagina draagt in de kop het woord biobrandstof, maar energie uit biomassa betreft meer vormen dan het meestoken van hout in elektriciteitscentrales of de warmte door verbranding van GFT en slib in afvalcentrales. Milieuorganisaties ageren vooral tegen de eerste en tegen de productie van biobrandstoffen voor transport van primaire gewassen. Hoewel zij ook vrezen dat meer organisch materiaal onterecht als biomassareststroom in afvalcentrales verdwijnt. Door overcapaciteit bij afvalcentrales is daar namelijk een ander economisch perspectief ontstaan.

Als je kijkt naar energie uit hout is het energetisch rendement per ton bij meestook in een kolengestookte elektriciteitscentrale niet de meest gunstige. De restwarmte wordt vrijwel niet benut, omdat ze te ver van de bewoonde wereld af staan. Aanzienlijke hoeveelheden energie worden zo inefficiënt geloosd. Er gaat ook energie zitten in transport en voorbewerking. Bij transport wordt vaak alleen gerekend met het gunstige overzeese bulktransport, en niet met de grote afstanden die het hout over land is getransporteerd in bijvoorbeeld VS en Canada. Voor mij zijn dit al genoeg argumenten om tegen meestook te pleiten, omdat het te weinig voor het milieu oplevert. Aanvullende twijfel over duurzaam beheer van de bossen laat ik vervolgens over aan de milieuorganisaties.

 Technieken om een hoog energierendement uit biomassa te halen zijn warmte installaties (optimale conversie) die gebruik maken van lokaal snoeihout (minimaal transport). Als dat ook nog eens voor de bestaande gebouwde omgeving wordt gerealiseerd, zoals bij de nieuwe centrale in Ede, ben je duurzaam bezig. Problemen voor dit soort kleinere installaties zijn niet de tegenwerking van de milieuorganisaties of de politiek, maar de financiering. Een businesscase is haalbaar zonder subsidie, indien een ‘normale’ financiering is te krijgen. Banken zijn echter zo bang voor projecten waarin biomassa als grondstof wordt gebruikt dat ze extra garanties over de inkoop eisen, zoals meerjarige contracten. Deze contracten zijn nauwelijks af te sluiten. Bedrijven die wel bereid zijn voor 5 jaar biomassa te leveren rekenen prijzen die twee tot driemaal zo hoog zijn als de huidige marktprijzen. Door dit prijsopdrijvend effect verdampt de haalbaarheid van die projecten snel. Ook zijn het vaak nieuwe ondernemers of lokaal duurzame energiebedrijven (dus niet de oude energiereuzen als RWE) die een extra risico-opslag betalen, omdat men zich nog niet als gevestigd ondernemer heeft bewezen. Publieke steun kunnen ze goed gebruiken om die financiering anders te organiseren.

Als laatste een argument voor niet meteen verbranden: klimaatverandering is gebaat bij het vastleggen van CO2 voor langere tijd. Alle CO2 die opgenomen is in planten en die we verwerken in bouwmaterialen (hout, biobased plaatmateriaal of isolatiemateriaal) of in bioplastic vermindert het aandeel in de lucht. Als eindfase van dit materiaal blijft nog een restwaarde behouden, omdat er altijd nog energie van te maken is. Zo kan de biomassa dus dubbel gebruikt worden.

Het helpt ondernemers meer om consumenten (en financiers) juist te informeren over nieuwe materialen en technieken voor energie, zodat een realistische vraag gestuurde markt ontstaat, dan te kissebissen over de aanbodkant van slechts bio-stroom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten